Om de rabarbercurd te maken doe je de rabarber, de rietsuiker en grenadine siroop in een pan. Verhit 12 minuten op laag vuur tot de rabarber zacht is. Pureer het mengsel met de staafmixer.
Voeg wat van de rabarberpuree bij de maizena en roer tot het een papje is. Doe dit bij de rest van de rabarberpuree en breng aan de kook. Laat dit nog een minuutje pruttelen. Proef en als het te zuur is, kun je nog een eetlepel suiker toevoegen. Voeg eventueel wat roze kleurstof toe voor een mooie roze kleur.
Klop de eidooiers los in een kom met de boter en voeg al roerend de rabarberpuree toe. Dek af met huishoudfolie en laat volledig afkoelen.
Bekleed een bakvorm van 24 cm met bakpapier en vet in.
Maal voor de bodem van de taart de digestives in de foodprocessor fijn of doe ze in een diepvrieszak en rol ze fijn met een deegroller.
Smelt de boter op laag vuur of in de magnetron. Meng de boter met de koekkruimels en verspreid over de bodem. Druk dit goed aan met de bolle kant van een lepel en zet 20 minuten in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 160 graden (hetelucht).
Klop de mascarpone en de roomkaas 2 minuten met een elektrische mixer totdat het helemaal glad is. Voeg de suiker toe en mix nog een paar minuten.
Voeg dan de citroenrasp en bloem toe, vervolgens beetje bij beetje de losgeklopte eieren en spatel er tenslotte de zure room doorheen.
Schep laagjes van het cheesecakemengsel en de rabarbercurd in de vorm en haal een sateprikker of vork door het beslag voor een gemarmerd effect.
Bak 50 minuten totdat de bovenkant goudbruin is en nog een beetje wiebelig. Zet de oven uit en laat de taart in de oven afkoelen (dit zorgt ervoor dat de bovenkant minder snel scheurt).
Bewaar de taart in de koelkast.